verleden (o.v.t.) · toekomend (o.t.t.t.) ; slaag · slaagde · zal slagen ; slaagt · slaagde · zult/zal slagen. 1 slagen' vervoegen - Nederlandse werkwoorden vervoegd in alle tijden met de voltooid verleden toekomende tijd (vvtt). ik. zou geslaagd zijn. jij/u (je). zou. 2 verleden tijd slaan Voltooid verleden tijd (vvt) ik was geslaagd jij was geslaagd hij was geslaagd wij waren geslaagd jullie waren geslaagd zij waren geslaagd: Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) ik zal slagen jij zult slagen hij zal slagen wij zullen slagen jullie zullen slagen zij zullen slagen: Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt). 3 Als we het werkwoord slagen, met de betekenis 'lukken, zijn doel bereiken' bedoelen, gebruiken we het voltooid deelwoord geslaagd. De vervoeging. 4 Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`. Voltooid deelwoord. geslaagd. Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik slaag. jij slaagt. hij slaagt. wij slagen. jullie slagen. 5 slagen. te slagen. toekomend. zullen slagen. te zullen slagen. voltooid. tegenwoordig. zijn geslaagd. te zijn geslaagd. 6 slaan vervoegen te slagen. toekomend. zullen slagen. te zullen slagen. voltooid. tegenwoordig. zijn geslaagd. te zijn geslaagd. toekomend. 7 'slagen' vervoegen - Nederlandse werkwoorden vervoegd in alle tijden met de werkwoordenvervoeger. 8 slagen. Tegenwoordige tijd slagen. Ik slaag Jij slaagt slaag jij? U slaagt Hij/Zij/Het slaagt Wij slagen Jullie slagen Zij slagen. Verleden tijd van slagen. Ik slaagde Jij/U slaagde Hij/Zij/Het slaagde Wij slaagden Jullie slaagden Zij slaagden. Voltooid deelwoord van slagen. geslaagd. Tegenwoordig deelwoord van slagen. slagend. 9 De verleden tijd van slagen is 'slaagde'. Het voltooid deelwoord is 'is geslaagd'. Wat betekent slagen? '(een examen) met goed resultaat doen' en 'succes hebben, of met succes gebeuren' Hoe spel je slagen? slagen spel je S L A G E N Wat is een ander woord voor slagen? Andere woorden voor slagen zijn doorkomen, gelukken, klaarspelen, lukken. ergens in slagen verleden tijd 10 slagen vervoegen 12